Blog 22: Wil jij ook minder conflicten thuis? Erkennen van gevoelens helpt. Maar het is zo moeilijk!

Ik vind dit best wel lastig. Sterker nog, ik vind het vaak heel erg moeilijk. Maar het maakt zo’n groot verschil om het wel te doen, dat ik er wel heel hard mee oefen.

Waarom maakt het dan zo’n groot verschil? Het niet erkennen van gevoel van mijn kinderen, of van eigenlijk wie dan ook, zorgt voor een conflict. Als ik over het gevoel van de ander heen stap, of nog erger het negeer, voelt de ander zich niet gehoord. Hij heeft iets te vertellen en ik hoor hem niet of wil hem niet horen. De reactie is vaak dat de ander in de verdediging gaat en jij je daar weer aan gaat irriteren of boos van wordt enz. enz.


Door het wel te erkennen, krijg je ruimte om de oplossing bij de ander te laten en er is geen veroordeling over het gevoel dat de ander heeft. Het gevoel mag er zijn. Je geeft aan dat je het begrijpt en gaat dan door op de oplossing.
Als je het niet erkent, gaat de ander in de verdediging en komt er geen oplossing. In het boek dat ik nu lees (Oplossingsgericht opvoeden) staat een heel mooi voorbeeld.

Dialoog zonder erkenning:
Bente (10) is onderweg naar de judo training, ze zit in de auto en voelt haar maag knorren. “Papa, ik heb honger.” “Dat lijkt me sterk”, zegt papa. “We hebben net gegeten.”
“Alsof jij dat weet”, zegt Bente venijnig. “Ik heb gewoon honger kan ik er wat aan doen.” Papa beheerst zich en zegt: “We hebben net gegeten, had dan nog een bordje op geschept.” “Maar toen had ik geen honger, anders had ik dat wel gedaan.” Bente is verontwaardigd. Luistert haar vader dan niet naar wat ze zegt? Waarom zou ze liegen over dat ze honger heeft? ”Dan neem je na de judo een bakje yoghurt of een banaan”, stelt papa voor. “Daar heb ik nu toch niks aan, ik heb nu honger”, mekkert Bente. “Ik kan het nu niet oplossen”, zegt papa. “En ik heb hier nu echt geen zin meer in. Je moet het zelf maar weten.” “Zelf weten? Alsof ik nu een keus heb.” “Zie je hier ergens een banaan?” Papa is het beu. “Bente, nu ben ik het zat. Je houdt nu je mond erover. Deze discussie is nu klaar.”
Bente stapt mokkend de auto uit. Ze gaat straks echt niks meer eten thuis, moet haar vader maar niet zo achterlijk doen. Bij de judo ontlaadt ze alle woede die ze heeft opgebouwd.

Dialoog met erkenning:
“Papa, ik heb honger”, zegt Bente. Ze voelt haar maag knorren. “Je hebt honger”, zegt papa. Papa herhaalt letterlijk wat Bente zegt. “Ja, dat zeg ik toch. Ik denk dat ik te weinig heb gegeten”, zegt Bente. “Ja , soms voel je tijdens het eten niet meer dat je honger hebt, maar heb je snel weer honger. Zeker als je in de groei bent”, zegt papa. “Zou dat daar door komen?”, vraagt Bente. “Dat zou best kunnen, je bent de laatste tijd zoveel gegroeid. Hou je het nog vol tot na de training?”, vraagt papa. “Het zal wel moeten hè”, zegt Bente. “Soms voel je je honger niet meer tijdens inspanning. Dan ben je zo bezig, dat je er niet meer over na denkt.” “Dus?” vraagt Bente. “Ja, dus”, zegt papa, “Wat is je suggestie?”, vraagt papa zo neutraal mogelijk.” “Nou, ik hoop dat ik er zo tijdens de training niet aan denk en misschien mag ik dan straks thuis nog een banaan. Mag dat?”, vraagt Bente. “Natuurlijk mag dat”, zegt papa. “En misschien kun je de volgende keer een banaan in je sporttas stoppen voor de zekerheid.” “Oke, dan doe ik dat!” Bente en papa zijn het eens over de oplossing en zijn beiden rustig.

 

 

 

 

 

Het lijkt zo simpel, maar hoe moeilijk het is, blijkt wel doordat ik het om 7 uur lees en om half 8 een conflict heb met één van de kinderen. Hoe het komt? Het lukt me niet. Ik zit meteen in mijn eigen emotie en voel me aangevallen. Ik betrek de situatie op mezelf en ben verloren.

Mijn situatie zonder erkenning:
Mijn zoon loopt naar me toe en vraagt of de worst die hij op zijn brood wil nog goed is. Hij ruikt zo raar. Ik zeg dat ik twijfel. Mijn zoon zegt: “Ja, maar wat moet ik dan? Nu heb ik niks om mee naar school te nemen.” Zijn probleem voelt nu ineens als mijn probleem. Ik had dit moeten weten. Ik had moeten zorgen dat er nieuwe worst was, zodat hij dat mee kon nemen naar school. Ik weet immers dat hij alleen deze worst mee naar school wil. Maar dan denk ik, wat jullie nu vast ook al denken, hij moet niet zo zeuren, er is nog genoeg aan vleeswaren, kaas of iets anders wat hij ook mee kan nemen. Geïrriteerd zeg ik dat hij maar een andere oplossing moet bedenken. Maar dat kan echt niet. Mijn zoon voelt zich nu ook boos en geeft aan dat ik niet zo op hem moet reageren. “Mama, jij weet best dat ik niks anders op mijn brood mee wil. Ik wil het gewoon niet!” Hij wil geen oplossing meer bedenken en gaat nu ook geen boterham meer eten. Resultaat: we zijn beiden verdrietig en boos.

Voor mij voelt het alsof mijn zoon dit veroorzaakt. Hij doet moeilijk en daarna nog moeilijker. Toch weet ik dat deze situatie ook anders had kunnen verlopen als het me gelukt was zijn gevoelens te erkennen.

Mijn situatie met erkenning:
Mijn zoon loopt naar me toe en vraagt of de worst die hij op zijn brood wil nog goed is. Hij ruikt zo raar. Ik zeg dat ik twijfel. Mijn zoon zegt: “Ja, maar wat moet ik dan? Nu heb ik niks om mee naar school te nemen.” “Het is inderdaad heel vervelend dat de worst niet meer goed is”, zeg ik. “Ja, en wat moet ik dan nu?”, vraagt mijn zoon. “Heb je een idee?”, vraag ik. “Nou, Ik weet het niet hoor. Die kip lust ik niet en smeerworst ook niet. Kaas zou kunnen, maar liever ook niet.” Er ligt nog een andere worst, is dat iets?”, vraag ik. “Ja, dat zou misschien wel kunnen. Mag ik die proeven?”, vraagt mijn zoon. “Ja hoor”, zeg ik. “O, maar die is ook lekker. Die neem ik dan mee.” “Dat is fijn. Gelukkig heb je een fijne oplossing gevonden.” Resultaat: beiden kunnen rustig de dag starten en aan het ontbijt beginnen.

Doordat ze in een situatie met erkenning, zelf met een oplossing komen en zich gehoord voelen, ontstaat er geen conflict en wordt het probleem toch opgelost. Daarbij is hun gevoel erkend, waardoor het er mag zijn.

Kinderen die al vroeg leren dat hun gevoel er mag zijn, hebben meer zelfvertrouwen en vangen eerder signalen op van hun lijf als het even niet goed gaat. Doordat ze deze signalen herkennen en op een goede manier interpreteren, worden het ook nog eens gezonde volwassenen die weten wanneer ze over hun eigen grenzen heen gaan. En wij, ouders, kunnen hun dat leren door deze gevoelens te herkennen en erkennen.

Door de mogelijkheid te hebben om zelf een oplossing te bedenken, voelt je kind zich erkend in zijn gevoel, autonoom (want hij mag zelf iets bedenken) en oefent het denken in oplossingen wat, in mijn geval, mijn zoon lastig vindt.

Gelukkig krijg ik vandaag nog wel minstens 20 kansen om te oefenen met het geven van erkenning. Het lukt me steeds vaker wel, gelukkig, maar jeetje wat is het moeilijk, zeker als je eigen gevoel je in de weg zit.


in Blog
Jolanda Sterke de Jong 14 juni 2023
Deel deze post
Labels
Onze blogs
Archiveren
Aanmelden om een reactie achter te laten
Blog 21: Wat als elke school een kindercoach zou hebben?